Protocol schorsing en verwijdering

1. Inleiding

Op grond van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht, kan een school overwegen over te gaan tot de officiële maatregelen schorsing of verwijdering. Een aanvullende, onofficiële maatregel is de time-out. Dit protocol waarborgt een zorgvuldige procedure bij de genoemde drie maatregelen.

In de schoolgids van elke school staat een tekst over schorsing en verwijdering met een verwijzing naar dit SIKO protocol. Hieronder beschrijven we eerst de wetsteksten met betrekking tot schorsing en verwijdering. Daarna wordt de maatregel time-out besproken. Tenslotte volgen achtereenvolgens de maatregelen schorsing en verwijdering.

2. Schorsen in verwijderen in de Wet Primair Onderwijs 

2.1 Dit zegt de WPO over schorsen.
Artikel 40c lid 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen.
Artikel 40c lid 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt.
Artikel 40c lid 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.

2.2 Dit zegt de WPO over verwijderen.
Artikel 40 lid 11. Voordat wordt besloten tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleraar. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.

Artikel 63 lid 2. Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van artikel 40 weigert een leerling toe te laten dan wel een leerling verwijdert, deelt het de beslissing daartoe, schriftelijk en met redenen omkleed, mede door toezending of uitreiking aan de ouders. Daarbij wordt tevens de inhoud van het bepaalde in het derde lid, eerste volzin, vermeld. Voordat het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van dat artikellid beslist tot verwijdering van een leerling, hoort het de ouders van de leerling, onverminderd het bepaalde in dat artikellid. Het bevoegd gezag neemt de beslissing, bedoeld in de eerste volzin, zo spoedig mogelijk.

Artikel 63 lid 3. Binnen 6 weken na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, kunnen de ouders bij het bevoegd gezag schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van de bezwaren. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders.

3. Time-out

Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang onder de volgende voorwaarden:
In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. De time-out is geen officieel instrument, maar kan bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school. Het is een ordemaatregel in het belang van de school. De time-outmaatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school.
Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. Het besluit tot het ontzeggen van de toegang, wordt de ouders schriftelijk meegedeeld.
Van het incident wordt verslag gedaan in het dossier van de leerling. Een time-out is in principe geen strafmaatregel, maar een ordemaatregel in het belang van de school bij een onveilige situatie of om de rust te herstellen.
De time-out maatregel wordt na toepassing (schriftelijk) gemeld aan het bevoegd gezag.
De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Bij verlenging van de time-out spreken we over schorsing en wordt de Inspectie van het Onderwijs vanaf de 2de dag geïnformeerd. De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig.
Van het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
Daarna kan de leerling zo nodig langer worden geschorst. Deze schorsing, inclusief de time-out, bedraagt maximaal 1 week.
Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
Het bevoegd gezag wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd.

4. Schorsing

Wanneer het voorgevallen incident zeer ernstig is of bij een (volgend) ernstig incident kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling is hierbij van toepassing.
Bij schorsing gelden de volgende voorwaarden.
Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd.
Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces gewaarborgd kan worden. Zo mag schorsing niet betekenen dat het doen van bijvoorbeeld de cito-entree of eindtoets belemmerd wordt. Dit vraagt om passende maatregelen, bijvoorbeeld het wel toelaten tot de school om zo’n toets te doen. Ook het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal behoort tot de mogelijkheden.
De schorsing bedraagt maximaal 1 week. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over het besluit tot schorsing. Ook hier geldt dat vanaf de 2de dag de Inspectie van het Onderwijs zal worden geïnformeerd. Schorsing is aan een maximum termijn gebonden om te voorkomen dat het een verkapte verwijdering wordt.
De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen.
Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
Het verslag wordt ter kennisgeving gestuurd aan: het bevoegd gezag, de ambtenaar leerplichtzaken en de Inspectie van het Onderwijs.
Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen over het beroep.

5. Verwijdering

Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De bovenbeschreven wettelijke regeling is hierbij van toepassing.
Hierbij geleden de volgende voorwaarden.
Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag.
Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis wordt gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend.
Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar de ambtenaar leerplichtzaken en de Inspectie van het Onderwijs.
Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.
De ouders krijgen de mogelijkheid om binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen.
Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift.
Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift.
Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.
In grote lijnen zijn er vier gronden voor verwijdering van leerlingen:

1. De school kan niet (langer) voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De verwijdering is dan vooral onderwijskundig en/of organisatorisch ingegeven. In dit geval is het van belang vast te stellen of de leerling formeel thuis hoort in of toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs of dat de leerling thuis hoort in het regulier basisonderwijs. Een leerling is toelaatbaar tot het speciaal (basis)onderwijs als het samenwerkingsverband waartoe de school behoort de leerling toelaatbaar heeft verklaard of als het door een instelling van cluster 1 of 2 een toekenning heeft gekregen voor een intensief arrangement. Als die toelaatbaarheidsverklaring/toekenning aanwezig is, maar de ouders of de speciale (basis)school weigeren met de plaatsing in te stemmen, dan kan de basisschool alsnog tot verwijdering overgaan.
2. Verwijdering op basis van ernstig wangedrag van de leerling. Enkele voorbeelden van wangedrag zijn: overtreding van de schoolregels, agressief gedrag, bedreiging, vandalisme, seksuele intimidatie. Verder moeten lichtere maatregelen hebben gefaald en moet de leerling en/of zijn ouders zijn gewaarschuwd dat bij een eerstvolgende keer van wangedrag tot verwijdering wordt overgegaan.
3. Ook het gedrag van ouders of de relatie tussen de school en ouders kan een reden zijn om tot verwijdering over te gaan. Het gaat dan om een ernstig verstoorde relatie waarvan het niet aannemelijk is dat deze hersteld kan worden en die bovendien een negatieve invloed heeft op het gehele onderwijsproces binnen de school.
4. Verwijdering vanwege gedrag dat in strijd is met de grondslag van de school.